Na een maand in San José te hebben geleefd, namen Kerstin en ik zaterdagmorgen de bus naar Quepos. De busrit was lang en kronkelig maar wat ons het meest ergerde, was dat er elke 5 minuten één graad bij de temperatuur kwam, tot we uiteindelijk 's middags in een 37°C strandden in Quepos. We waren allebei geladen als een ezel en ik had dan nog mijn gitaar meegenomen. De hitte sloeg ons meteen in het gezicht en uitgeput gingen we aan het busstation zitten.
"Dus wanneer nemen we de volgende bus?",
"Om... 16 uur"
Fijn! 4 uur lang vertoefden we in de verstikkende hitte van het busstation. We konden nergens heen want we hadden al onze bagage mee. Toen we uiteindelijk in El Silencio aankwamen was het er nog warmer. Gelukkig hadden we op de bus daarnaartoe 3 vrijwilligsters leren kennen waarvan er ene uit het verre Oudenaarde afkomstig was. We vroegen of ze ons wilden rondleiden maar dat bleek niet nodig te zijn. Het dorp bestaat uiteindelijk maar uit 1 straat met enkele wegelingetjes.
We kregen een gezin toegewezen en toen ik de kleine woonkamer binnenstapte, besefte ik dat mijn gastgezinnen in San José niet écht Costa Ricaans waren. De familie waarin ik nu verblijf, kan je volgens mij het prototype van het Costa Ricaanse gezin noemen. Ze zijn donkergekleurd en zijn met velen. La mamà is de leider van het gezin en staat, samen met haar dochters, in voor het huishouden. De vader en de zonen werken en brengen zo de centjes binnen. Rare gewoonten zijn dat ze hun was uithangen o prikkeldraad (verdorie, mijn gescheurde kledij) en om 3 uur 's nachts beginnen te koken. (daar gaat mijn nachtrust) . Om 4u30 uur ten laatste staat de rest op want om 5u30 moeten ze al op hun werk staan. Ik mag gelukkig uitslapen tot 5 uur, want om 6 uur begint mijn werkdag.
De eerste dag was niet erg lastig: het eten voor de aapjes en vogels bereiden en hen voederen, alsook de hokken kuisen. De tweede dag werden Kirsten en ik echter naar de melkerij gestuurd, waar we door de melkboer werden onthaald. We kregen meteen 'melk-toestellen' in de handen gestopt, die we op de uiers moesten plaatsen. Geloof mij, het is geen sinecure. Niet veel later mochten we diezelfde melk in flessen gieten. Yes, iets gemakkelijk en dus niet zo lastig, dachten we. Tot we in het kleine keukentje kwamen, waar het om 7 uur 's morgens al 38°C was. Ik voelde de druppels zweet over mijn buik en benen naar beneden lopen. Nog nooit had ik het zo lastig om een vloeistof van de ene fles in de andere te gieten. Nadat we de melk op paarden naar de lokale winkel hadden gebracht, mochten we zelf op het paard gaan zitten. We moesten de koeien naar een andere weide drijven, dat ergens tussen de palmvelden lag. Ik had nog maar 1 keer op een paard gezeten en dat was 8 jaar geleden, dus ik voelde mij nooit helemaal op mijn gemak, zeker niet wanneer het paard in en uit steile rivieren moest klimmen, of wanneer het begon te galopperen . Ik begrijp nog steeds niet hoe je je deftig vast moet houden? Maar ik overleefde de tocht. Uitgeput stapten we naar huis voor het middagmaal. De hele namiddag rustten we uit aan het zwembad.
De volgende morgen waren we opgetogen: we mochten terug het 'gemakkelijke' werk doen: de aapjes voederen. Toen dat echter gedaan was, vertelde de verantwoordelijke ons dat we enkele constructiewerken moesten doen. De keuken in het rescue center werd elke nacht bezocht door een bende apen die alle bananen stalen. We moesten dus dringend de muren verstevigen. Daarvoor hadden we hout nodig en dat zouden we gaan halen 'en la montaña'. Met een kettingzaag liepen we erheen en moesten we de zware boomstammen terugbrengen. Zelfs met z'n vieren slaagden we er niet toe om zonder stoppen die ene boomstam naar het center te brengen. Toen we uiteindelijk gedaan hadden voelde ik mij niet alleen enorm vermoeid, maar ook als een boom: overal, op en onder mijn kledij, plakten houtschilfers aan mijn zweterige huid. Sinds dien is de koude douche in mijn gastgezin mijn beste vriend.
Naast het harde werk is er natuurlijk ook tijd voor ontspanning. Zo gingen we zondag met onze familieleden naar een watervalletje waar we konden zwemmen en elke dag ontspannen we aan het zwembad. Ook het eten is fantastisch, al zijn die 3 maaltijden per dag wel niet al te goed voor de lijn. Vrijdag en zaterdag bezoeken Kirsten en ik Manuel Antonio, een erg bekend en toeristisch natuurreservaat dat 40 km verderop ligt. Hopelijk ontmoet ik er deze keer minder schorpioenen dan in Monteverde...
Het ontbijt voor de aapjes en vogels staat klaar |
Mijn gastmoeder Damaris maakt het typische gerecht 'tamal' klaar |
![]() |
Op weg naar de boerderij in de blakende zon (6 uur 's morgens) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten