Alle blogberichten

maandag 6 april 2015

Monteverde

Viva la semana Santa! Dit betekent niet alleen dat het einde van de vastenperiode in de buurt komt (eindelijk weer vlees eten), maar ook dat alle Costa Ricanen vakantie hebben, inclusief de scholen. Ik heb deze extra vakantiedagen dus kunnen gebruiken om een 'grotere' uitstap te maken. De prachtige Costa Ricaanse stranden zou ik nog genoeg zien, dus besloot ik naar het regenwoud van Monteverde te trekken. Alleen. (you fool)


Uitzicht in de buurt van mijn hostel


Donderdagmorgen, vier uur 's morgens. Auw. Ik wreef de slaap uit mijn ogen en liep als een gek rond in mijn kamer: wat moest ik allemaal in die rugzak stoppen? Toen ik uiteindelijk om 5 uur door mijn taxi werd opgehaald, besefte ik dat ik het belangrijkste vergeten was: mijn ontgif-toestel. Ik weet niet hoe ik het anders moet noemen, maar dit heilige doosje bevat enkele vreemde instrumenten waarmee je het gif van een of ander gevaarlijk dier kan uitzuigen. In al mijn haast was ik het vergeten. Ik had mijn doodsvonnis dus al getekend. Uiteindelijk stelden ze mij gerust: het was niet erg dat ik mijn ontgif-doosje vergeten was, ik ging waarschijnlijk toch dood als ik gebeten werd. So far my first acquaintance with the cloud forest. 



Monteverde ligt hoogstens 150 kilometer van San José en toch doet men er een dikke vier uur over. Het werd mij al snel duidelijk waarom. Na een goede twee uur rijden veranderde de geasfalteerde weg in een hobbelige aardeweg die door de bergen kronkelde. Ideaal om met een grote reisbus te doen, zeker wanneer je geen airco hebt. Alle ramen gingen dicht, want het stof dat opwaaide was enorm. 2 uur lang puften we en werden we door elkaar geschud, maar dat vergaten we al snel toen we aankwamen in het prachtige Monteverde, een klein dorpje dat helaas volledig op toeristen is gericht. Ik vroeg een kaart bij een infokantoor en besloot naar mijn hostel te stappen, hoewel ze mij hadden aangeraden een taxi te nemen. Het was inderdaad geen slecht idee geweest, want op het warmste van de dag beklom ik met mijn zware rugzak de bergen van Monteverde, en dat in de blakende zon. Volledig onder het zweet bereikte ik mijn bestemming. Ik stond voor een prachtig authentiek 'boshuis' dat uit verschillende houtsoorten gemaakt was. Ik was meteen verliefd. Een hippie-vrouw en haar man ontvingen mij in hun huis en vroegen mij meteen of ik niets te eten of te drinken wou. Ze waren enorm hartelijk en leidden mij rond in het hostel, dat op het domein lag. Ook dit was een prachtig huis dat ze, net als hun huis, volledig zelf hadden gebouwd met 'resten' hout. Ik hield erg van de stijl, en deed zelfs inspiratie op voor mijn huis later.

Het charmante huis dat de uitbaters volledig zelf hebben gebouwd

Mijn kamer gaf meteen uit het bos en alle meubels hadden ze zelf gemaakt. Ik installeerde mij en genoot vervolgens van het prachtige uitzicht op het terras. Voor mij strekte zich een oneindig landschap van groene kruinen uit. De bomen gaven uit op een stukje zee, met daarachter de bergen van het Niyoca Peninsula, waar ik binnen enkele weken zal wonen. De sfeer in het hostel was ook enorm gezellig: er waren slechts 5 slaapkamers en in de keuken was er altijd wel iemand aanwezig met wie je een babbel kon slaan. Op het terras ontmoette ik een vriendelijk Nederlands koppel die niet veel ouder waren dan ik. Ze zouden de volgende morgen naar het nationale park van Monteverde gaan en ze hadden een auto. Ik vroeg of ik een lift kon hebben, en dat vonden ze geen probleem.

Ook de uitbaters waren erg vriendelijk en gaven me tips over de mooiste plekjes en uitstappen in Monteverde en boekten voor mij meteen al een begeleide nachtwandeling in het Bosque Interno de los Niños. Dit droge woud was een paradijs voor de grotere zoogdieren zoals coyotes, apen, gordeldieren, luiaards, maar ook panters en luipaarden. 's Avonds liep ik met een klein hartje rond in de jungle en van overal kwam lawaai. De coyotes waren in de buurt, je kon hun angstaanjagende gejank horen, maar ze hielden zich wellicht schuil in de struiken. De spinnen en insecten kruisten echter ongegeneerd het pad, alsook het gordeldier of het stekelvarken. Ik was toch niet op mijn gemak toen de gids een tarantula uit haar hol lokte. Ik voelde mij nog minder veilig toen de gids een mogelijk dodelijke schorpioen toonde.
'It depends on your immune system. Some die, others have a terrible fever for some months'. Al lachend zei hij dat we dus maar best elke avond tussen onze lakens keken. Dat doe ik sindsdien elke dag, en maar best ook (lees: uninvited guests)!

De jungle om 7 u 30 in de morgen
De volgende dag moest ik al vroeg uit de veren want samen met Janneke en Jeroen zou ik meerijden naar Monteverde. We konden het goed met elkaar vinden en toen we daar aankwamen ging ik uiteindelijk met hen mee het bos in. Omdat we zo vroeg waren, waren we de enige in het bos en dat gevoel was fantastisch. Het was er muisstil en overal hing een mysterieuze mist. De lucht was er dik en het landschap leek wel in scène gezet. Er waren zoveel verschillende plantensoorten, alsof ze waren aangeplant voor de perfecte jungle-foto. En nochtans, dit bos was hier al honderden jaren en zal er hopelijk nog veel langer zijn. We klommen hoger tot we de toppen van de berg bereikten.
'Dus dit is waarom ze dit het 'cloud' forest noemen.', riep ik terwijl ik letterlijk met mijn hoofd in de wolken was. Het waren geen donzige wolken zoals je vanuit een vliegtuig ziet. Ze waren woest, en de koude rukwind sneed in mijn wangen. Ik waande mij even Catherine Earnshaw op Wuthering Heights, want als je de tropische bomen wisselde voor Europese vegetatie, dan had dit evengoed Schotland kunnen zijn.
We verlieten al snel Wuthering Heights en zochten warmere oorden op.



Pure damn luck

Costa Rica staat bekend om de verschillende klimaten, maar in het regenwoud bereik je toch wel het toppunt. Als je 50 meter zakt, kan de zon al schijnen en is het windstil. We hadden onze zinnen gezet op een waterval aan de andere kant van het park. Op onze weg daarnaartoe botsten we op een groepje toeristen die stonden te staren naar een boom, alsof Maria daar zonet was verschenen. Voor de Latino's was het wellicht een gelijkaardige ervaring want daar zat de Quetzal, dé precolumbiaanse vogel bij uitstek, een verpersoonlijking van de Azteekse oppergod Quetzalcoatl. Deze vogel is enorm zeldzaam en we hebben dus enorm geluk gehad hem gezien te hebben. Voor we het park verlieten, pauzeerden we nog even bij de waterval en tenslotte gingen we het park uit om naar de kolibri-tuin te gaan. J.K. Rowling is daar volgens mij ook geweest. Zo heeft ze zich geïnspireerd voor de tovenaarssport 'Zwerkbal'. Als je een idee wilt hebben van hoe het voelt om in zo'n tuin te staan, stel je dan voor dat er een twintigtal snaaien rond je oren zoeven. Kolibries, irritante beestjes zijn het, maar het is zeker de moeite om eens te gaan kijken.
Moe maar voldaan keerden we terug naar de auto. Maar waar was de sleutel? Zeg niet dat je hem in het reservaat verloren bent, dacht ik. Jawel dus. Wat een domper op zo'n fijne voormiddag. Of niet? Wonder bij wonder vond een gids de autosleutels op het pad en niet veel later zaten we opgelucht in de auto. Puur geluk. Dat vond Jeroen ook. Omdat hij zoveel geluk had gehad, besloot hij te stoppen in een restaurantje en te trakteren. Niet voor mij natuurlijk, dacht ik. Maar blijkbaar toch! We hadden een gezellige etentje en ik nodigde hen uit om zeker eens naar Gent te komen, want ik moet hen toch tenminste enkele heerlijke Belgische biertjes trakteren! Wanneer ik in de buurt van Amsterdam ben, laat ik hen zeker ook iets weten.


Uninvited guests

Toen ik aankwam in het hostel was ik weer alleen en zat iets te eten, toen een Frans koppel uit Parijs mij vroegen naar mijn dag. Ze zouden in de namiddag het droge woud bezoeken en ik was dat ook van plan. Samen trokken we er dus op uit. Deze twee dames waren erg hartelijk en grappig en op deze manier oefende ik nog mijn Frans (want dat vergeet je als je Spaans leert). Helaas zagen we geen dieren, want overdag luieren ze allemaal in hun hol. Ze namen me mee naar de stad om inkopen te doen en 's avonds dronken we enkele Imperialekes in de leefruimte, samen met Billy uit Arles. Het was vive la France in mijn hostel, want er was ook nog een Frans koppel uit Nîmes dat de volgende dag de canopy-tour zou doen dat ik ook had gereserveerd. Maar voor de volgende dag aanbrak, moest ik nog een onaangename ontdekking doen in de badkamer. Het gevreesde diertje uit de
nachtwandeling: de schorpioen.
'Quelqu'un qui a envie de tuer un scorpion?', rende ik de badkamer uit. We keken spontaan naar Billy, de enige man van het gezelschap. Hij was hier al even dus hij was een echte pro in het doden van schorpioenen. Het beestje was gevierendeeld en ik kon met een gerust hart douchen. Ik was zo moe dat ik om 20 uur naar mijn slaapkamer trok. Maar het was mij niet gegund om te slapen, want op de muur spotte ik een tweede schorpioen. Toeval?
The uninvited guest
'Billy?', riep ik, en hij wist al genoeg. Iedereen liep naar mijn slaapkamer om het spektakel mee te maken. Deze keer had Billy het moeilijker om de schorpioen te doden, want ze zat redelijk hoog op de muur. Hij plette het beest tussen een plaat en de muur, maar toen hij de plaat verwijderde spartelde het beest rond want het plakte aan de muur. Hij besloot dan maar zijn middeleeuwse tactiek toe te passen: vierendelen. Deze schorpioen was gepantserd, want zelfs na dit tafereel leefde het nog. Het beest bleef spartelen en maakte zich los van de muur en viel naar beneden. Juist op dat moment viel de elektriciteit uit. Nu wist ik het zeker: dit was een terroristische aanval van de schorpioenenliga, want een kwartier later waagde een zelfmoordschorpioen zich in iemand anders kamer, en twee anderen werden onderschept onder het bed van een Frans koppel. Met zaklampen zochten we de crimineel en na 5 minuten verscheen het hij terug. Nu zouden we er definitief komaf mee maken: Billy smeet de plaat over het beest en gaf er een goede stamp op. Eindelijk. Het gif drong in de parketvloer, en sinds die avond vermeed ik de plaats delict.


Adrenaline kicks

De volgende morgen kwam een busje mij halen en reden we naar Selvatura Park, waar ze mij niet veel later bevestigden aan een kabelbaan en mij van een 20 metershoog platform duwden. Ziplining werd uitgevonden in Costa Rica en het land heeft ook de langste kabelbaan ter wereld. Er waren een 15-tal banen, korte en lange, die je zowel alleen als per twee of drie kon doen. Ik deed er enkele met de Française zodat ik kon filmen. Het was fan-tas-tisch! De laatste kabelbaan deed ik met Chris, een vijftiger uit Washington D.C., en een kilometer lang zoefden we over het tropische regenwoud met een prachtig uitzicht. 10 meter voor het volgende platform strandden we. Ja, lap. Nu moesten wij het lastige werk doen. Alle aanwezigen konden ons vanop het platform zien sukkelen. Uiteindelijk geraakten we goed en wel op het platform. We konden er achteraf wel om lachen, en toen we elkaar terug ontmoetten op de meterslange hangbruggen, vertelden we er nog over. Samen met het Franse koppel ontdekte ik de jungle vanop prachtige wiebelende hangbruggen die soms honderd meter boven de grond zweefden.
Een van de vele hangbruggen
Op sommige momenten stond ik in het midden van de zonnige jungle, toen er opeens een stevige rukwind de brug aan het wiebelen maakte en de wolken langs mij heen zoefden. Een fantastisch gevoel. Ik verlegde uiteindelijk mijn grenzen door de Tarzan Swing te doen. Ik stond op een 30 meter hoog platform terwijl een jonge gast mij vastmaakte aan een touw.
'Are you sure that it is safe?',  vroeg ik hem.
'No, there is always a chance that things go wrong.', stelde hij mij 'gerust'.
'But I have never seen it, really, since it's my first day here', en hij maakte mij verder vast. Ja, nu voelde ik mij zeker veilig. Ik had niet veel tijd om mij te bedenken want hij duwde mij zonder boe of ba van het platform. Ik viel naar beneden, en bleef net boven de grond hangen en balanceerde toen van de ene kant naar de andere kant, als een échte Jane. Toen ik tot stilstand kwam, stond ik te beven op mijn voeten. WAUW!
'I did it!', r
iep ik naar de Amerikaan die na mij kwam. Trots op mezelf verliet ik het park en keerde terug naar het hostel.



's Avonds dronken we gezellig wat biertjes en aten we bananenchips met de 'habitués'. De twee Françaises zouden vandaag gaan uiteten en vroegen mij plots of ik wou meegaan. Ik had wel al eten gekocht om zelf klaar te maken, maar had ook wel zin om mee te gaan. Uiteindelijk liet ik mij overhalen door hun Franse charme en samen reden we naar de stad. In een soda (een typisch Costaricaans restaurantje), at ik voor nog geen 6 euro een gigantische schotel 'arroz con camarones' met meer dan 15 scampi's. Het was een gezellige afsluiter voor een fantastisch weekend. Dit tegenover de 'arroz con camaroneS', die ik de volgende dag toevallig kreeg voorgeschoteld bij mijn thuiskomst in San José. Inderdaad, het was rijst met scampi'S, want ik telde er twee.
'HEY, vasten is gedaan, je mag nu gerust wel iets van vlees of vis klaarmaken!', wou ik hen zeggen, maar ik hield mijn mond. Ik herinner mij niet dat ik op mijn inschrijvingsformulier heb ingevuld dat ik vegetarisch was?






  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten